De onhuwbare

 



Onder haar vingertoppen kreeg het jongenslichaam vorm. Het was rank en pezig. Glad als pruimenvel. Het was een jongenslichaam op de drempel van manlijkheid. Het bezat nog de natuurlijke gratie van jeugd maar had al de kracht van een man.

Haar vingers volgde de glooiing van zijn billen. Ze kneep erin, stevig als schapenvlees. Hij had lange benen, hoog op de poten, een stierenkalf.

Langzaam maar zeker gingen haar voelende vingertoppen omlaag, langs zijn platte harde buik, de ondiepe navel, om uiteindelijk de eindigen daar waar zijn mannelijkheid tussen de benen ontsproot.

Voorzichtig streelde ze nu zijn geslacht.  De knaap was geschapen als een ezel. Heel voorzichtig, om hem niet vroegtijdig tot een hoogtepunt te brengen, beroerde ze zijn imposante stam.

De huid was zijdenzacht, maar onder het zachte huidoppervlak school een ijzeren hardheid. Ze voelde de kracht, de wil tot leven, het woedende kloppen van het bloed.

Herinneringen aan de hooitijd


Steun me


Reacties

Populaire posts van deze blog

De slang

Steun me

De slang