Posts

Posts uit juli, 2022 tonen

De slang

Afbeelding
  Zijn pik pookte ijzerhard in haar zachte buik. Ze schrok van hardheid. Zijn jongensdeel voelde als de tand van een riek. Met een schok werd ze wakker uit de zomerdroom. “Stop”, mompelde ze terwijl ze hem weg probeerde te duwen. Hij greep haar echter vast en drukte zijn harde lichaam dwingend tegen haar aan. “Nee!”, kreunde ze. Herinneringen aan de hooitijd Steun me

Vloeibaar goud

Afbeelding
  Hij keek zwijgend terug. Zijn ogen gloeide en hij hield haar blik vast. Haar knieën knikten. Het was alsof hij haar met zijn blik op haar knieën dwong. De hitte van de zon was nu ook in haar hoofd gekropen, in haar hart, en in de broeierige holte van haar buik. Het verspreidde zich als een bedwelmende mist en maakte het onmogelijk nog helder te denken. Herinneringen aan de hooitijd Steun me

De slang

Afbeelding
  Ze zag de wereld nu in al haar verfijnde schoonheid. De libelle, de ragfijne vleugels trillend boven gladde waterblad, de sproeten rond zijn neus, de waterdruppels als parels op zijn blanke huid, alles kwam haar met een ongekende helderheid voor. Het was alsof heel de wereld even haar adem inhield voor wat er nu komen ging. Hun lippen waren nu zo dicht bij elkaar dat zijn warme adem haar koele huid streelde. Toen versmolten hun monden in een hete kus. Onbeholpen botsten hun lichamen gewichtloos tegen elkaar. In het water werden de grenzen vloeibaar, ze dansden een gewichtloze dans. Ze gleden over elkaar heen, dreven van elkaar weg, alsof ze twee polen waren die afwisselend tot elkaar aangetrokken en door elkaar afgestoten werden. Herinneringen aan de hooitijd Steun me

De slang

Afbeelding
  En zo zwommen ze samen langs de oever naar de het dichtbegroeide dode zijarm van de rivier. Hun naakte lichamen gleden soepel door het water, hun natte sneeuwblanke huid schitterde in het zonlicht. Onder het zwemmen zwegen ze. Hun armslag was als het ritmische plonzen van roeispanen  water . Eenmaal bij de zijarm aangekomen, moesten ze half wadend, half zwemmend een weg vinden door een woud van riet. De mond van de zijarm was half versperd door begroeiing. Het was een wirwar van waterplanten, manshoge rietstengels en afgebroken takken die tezamen een schijnbaar ondoordringbare muur vormden. Aan de oevers stonden hoge bomen. Grote elzen, zilveren berken en een grote treurwilg die zijn lange bladerenbaard tot in het water liet hangen. Het was als een groen gordijn waar ze doorheen zwommen, een poort naar een andere wereld. Nu kan niemand ons nog zien,  d acht ze,  ik ben met hem alleen .  Deze vaststelling was beangstigend en opwindend tegelijk. Herinneringen aan de hooitijd

De slang

Afbeelding
  Toch kon ze niet voorkomen dat het beeld van haarzelf, volkomen naakt in het koele water in haar gedachten opbloeide als een vuurbloem. Er was iets aanlokkelijks in zijn uitnodiging. Het was alsof de droom die in haar na smeulde haar had bezwangerd met zondige ideeën. Hoe zou het water voelen op je naakte huid? Ze kreeg ineens kippenvel over haar hele lichaam. En in haar buik gloeide het restant van de zomerdroom weer op. Ze schudde de gedachte van zich af. Wat bezielt me, dacht ze. Ze schrok van zichzelf, het leek wel alsof ze bezeten was. Herinneringen aan de hooitijd Steun me

Herinneringen aan de hooitijd

Afbeelding
Venstervrijen was een traditie die al sinds mensenheugenis in deze streek bestond. De vader van het meisje liet dan een luik openstaan waardoor de knaap in het nachtelijk uur schielijk naar binnen kon glippen.  Maar ook de hooitijd- wanneer iedereen te velde ging om samen te oogsten- bood mogelijkheden voor het heimelijk minnespel. De hooitijd was een periode van ongekende samenhorigheid. Het hele dorp werkte samen, als bijenvolk, een organisme. Eerst waren het de mannen die met de zeis het lange gras maaiden. Met trage, gelijkmatige bewegingen gingen ze door het veld totdat er geen halm meer overeind stond. Als de verzengende zomerzon zijn werk had gedaan en het gras glanzend goud op de velden lag liep het hele dorp uit om te helpen met de oogst. Vrouwen, kinderen, meisjes en jongens, iedereen droeg zijn steentje bij. De gemeenschap was zich er terdege van bewust dat dit moment was waarop ze zich op schrale tijden moesten voorbereiden. De schaduw van de komende winter

Herinneringen aan de hooitijd

Afbeelding
 De andere jongens kropen en handen en knieën naderbij en gluurde over de rand van hooibaal. Het was inderdaad de dochter van de turfsteker die daar in de schijnsel van de lamp met Ferdinand stond te praten. Ze konden ze niet verstaan maar het was duidelijk dat ze in een soort van discussie verwikkeld waren.  Ze stonden tegenover elkaar, Ferdinand, die een kop groter was boog zich naar haar toe terwijl zij zich van hem af probeerde te keren. Hij hield haar echter stevig vast en praatte op haar in. De olielamp had hij neergezet, het zadel van zijn paard lag over een zadelhouder. Het jonge meisje was duidelijk onwillig. Ze maakte afwerende gebaren en probeerde van hem weg te geraken. Hij bleef echter volharden, drong zich aan haar op. Haar afwerende bewegingen werden trager en krachteloos. Als een mug in een spinnenweb, uitgevochten, wetend dat het einde nabij is. Ferdinand pakte het lange leidsel van zijn paard en greep haar polsen vast. Met de leren riem begon hij haar

Perziken

Afbeelding
Victor streelde de zachte, donzige vruchthuid met zijn vingertop. De zachtheid wond hem op. Een perzik is een diep sensuele vrucht. Zowel de vorm, de geur en de zachtheid van het vel riepen broeierige gedachten op. Met het puntje van zijn tong volgde hij de welvingen van de vrucht. Hij likte het gladde, warme vel. Toen zette hij zijn tanden in het zachte, sappige vruchtvlees. Zoet sap welde overvloedig tussen zijn tanden op. Het vloeide uit de vruchtwond als zoet stroperig bloed. Gulzig likte hij het glibberige binnenste van de perzik. Het sap droop langs zijn kin. Hij likte steeds trager, met de ogen gesloten. Achter zijn oogleden bloeide een panorama op. Een landschap van vlees. Saartjes borsten rezen op als bergen met roze spitse toppen, haar schelpvormige geslacht als een vallei van vlees. Hij likte nu in gedachten haar blanke vleeskelk, haar vlezige schaamlippen, het sap dat uit diepte opwelde. Hij verdronk in haar sappige, warme binnenste en voor een moment verloor h

De onhuwbare

Afbeelding
  Onder haar vingertoppen kreeg het jongenslichaam vorm. Het was rank en pezig. Glad als pruimenvel. Het was een jongenslichaam op de drempel van manlijkheid. Het bezat nog de natuurlijke gratie van jeugd maar had al de kracht van een man. Haar vingers volgde de glooiing van zijn billen. Ze kneep erin, stevig als schapenvlees. Hij had lange benen, hoog op de poten, een stierenkalf. Langzaam maar zeker gingen haar voelende vingertoppen omlaag, langs zijn platte harde buik, de ondiepe navel, om uiteindelijk de eindigen daar waar zijn mannelijkheid tussen de benen ontsproot. Voorzichtig streelde ze nu zijn geslacht.  De knaap was geschapen als een ezel. Heel voorzichtig, om hem niet vroegtijdig tot een hoogtepunt te brengen, beroerde ze zijn imposante stam. De huid was zijdenzacht, maar onder het zachte huidoppervlak school een ijzeren hardheid. Ze voelde de kracht, de wil tot leven, het woedende kloppen van het bloed. Herinneringen aan de hooitijd Steun me

De onhuwbare

Afbeelding
  “Kom”, zei ze zachtjes. Haar handen omsloten zijn billen en ze trok hem dicht naar zich toe. Het was de jongen nu die zich als een blinde liet leiden. Gespannen als een pijl in een boog stapte hij met haar de bedstee in. Ineens lag hij bovenop haar. Haar zachte lichaam was overal, ze nam hem in een zachte omhelzing, omsloot hem met haar warmte. Het leek of hij in haar verdronk, in zachtheid, haar warmte, haar gulle rondingen. Niet wetend wat te doen drukte hij zich onhandig tegen haar aan. Maar Geertruida wist wat haar te doen stond, met dit bijltje had ze al oneindig vaak gehakt. Blindelings vond haar hand zijn kloppende verlangen en leidde het feilloos naar haar zachtste deel. Als vanzelf gleed hij naar binnen en ze werden een vlees. Zijn kompanen keken ademloos toe. Ze zagen hoe hun vriend de naakte vrouw besteeg en in haar verzonk. Ze nam zijn ranke, maar sterke jongenslichaam gevangen tussen haar dijen, haar handen omsloten zijn billen. Hun lichamen, elkaars teg

De slang

Afbeelding
  Zijn blik brandde op haar huid terwijl hij bijna roerloos in het water lag. Dan zwom hij weer op en neer, vlak voor  haar neus, zonder aanstalten te maken verder te zwemmen. Hij was als hond die om haar heen draalde. En zijn kleverige blikken lieten haar geen moment los.  Door de grauwe waas van het water zag ze een glimp van zijn naaktheid. Wit als een vissenbuik vlak onder het troebele waterblad. Ze wilde haar gezicht afwenden maar haar ogen volgde hem onwillekeurig. Haar blik werd als het ware naar hem toegetrokken. Hij bleef haar aankijken terwijl hij nu loom in het ondiepe water lag. Zijn blanke jongensbillen bolden als heuveltjes boven het wateroppervlak uit. “Kom erin”, riep hij haar uitdagend toe. Herinneringen aan de hooitijd Steun me

De slang

Afbeelding
Toen ze haar blik op haar voeten richtte zag ze een wirwar van wortels, als de voet van een oude boom. Ze was vergroeid met de aarde, ze voelde nu ook haar wortels in de koele, donkere diepte doordingen. Als een boom stond ze verankerd in de grond terwijl de slang naderbij kwam. Toen hij haar genaderd was zag ze dat het geen slang maar een grote paling was. Donkergrijs, bijna zwart als de modderige rivierbodem waarop hij leefde.   De reusachtige aal kronkelde zich om haar blote been omhoog. De gladde vissenhuid gleed over de hare, ze gilde maar in plaats van geluid kwam er een wolk bellen uit haar mond.  Steeds verder kroop het akelige beest omhoog, het was al onder de zoom van haar jurk verdwenen. Ze probeerde zich uit de grond los te rukken maar haar lichaam leek volledig verlamd. De kop van de slangachtige vis drong als een harpoen bij haar binnen, ze schreeuwde geluidloos naar de  hemel. Steeds dieper gleed hij in haar, alsof het in zijn geheel in haar warme diepte wilde verdwijne