Vloeibaar goud
Hij keek zwijgend terug. Zijn ogen gloeide en hij hield
haar blik vast. Haar knieën knikten. Het was alsof hij haar met zijn blik op
haar knieën dwong.
De hitte van de zon was nu ook in haar hoofd gekropen, in
haar hart, en in de broeierige holte van haar buik. Het verspreidde zich als
een bedwelmende mist en maakte het onmogelijk nog helder te denken.
Herinneringen aan de hooitijd
Reacties
Een reactie posten