Vlooibaar goud
Fragment:
Zijn hand wrong zich tussen haar angstvallig
samengeknepen dijen. De broeierige warmte van haar schoot maakte hem op slag
steenhard.
Saartje schrok op uit de zomerdroom. Ineens waren er
overal handen. Ze waren niet langer verlegen maar gulzig, dwingend. Ze gingen
over haar heen als een plunderend leger. Grepen haar rondingen, haar borsten, haar billen, probeerde haar resterende kleding af te rukken terwijl hun vingers
probeerde bij haar binnen te dringen.
Reacties
Een reactie posten